"Il wil graag mijn kwaliteiten tonen"
Maak kennis
"Verantwoordelijk en ordelijk"
"Stipt en flexibel"
"ordelijke medewerker"
"Ik wil jouw culturele ambassadeur zijn."
"In de verkoopsector voel ik thuis;"
"Ik wil de mensen een leuke winkelervaring bezorgen."